
Paardenkracht, peltechniek en patisserie – wat wil een mens nog meer?
Een geslaagde daguitstap naar Oostduinkerke en Veurne vol erfgoed en zeeleven.
Om 7u30 vertrok onze bus met 33 nieuwsgierige deelnemers richting Oostduinkerke. De sfeer zat meteen goed.
Na het aantrekken van onze laarzen – die bij sommigen nét iets te kort bleken en bij anderen al wat lekken vertoonden – stapten we op een huifkar, voortgetrokken door indrukwekkende boerenpaarden. Op naar de kust voor een echte garnaalvangst!
De garnaalvisser gaf uitleg in stevig West-Vlaams, en al snel werd duidelijk dat het niet altijd van een leien dakje loopt. Soms gaat het “noar dé kloëten”, zoals hij het zei – en dat komt dan met de nodige teleurstelling.
Hoe verder de paarden en de visser de zee in gingen, hoe meer respect we kregen voor hun werk. Het is echt een zwaar beroep, en die paarden, amai, die bleven maar trekken tegen de golven in.
Toen de vangst binnen was, waren wij erg enthousiast. De visser zelf vond het wat tegenvallen. Met een zeef werd alles gesorteerd: garnalen eruit, restje voor de hongerige meeuwen die er een waar feest van maakten.
En ja, na deze ervaring snappen we perfect waarom het garnaalvissen met paard op de UNESCO-lijst staat.
Terug aan land kregen we van Katrien een initiatie in het koken en pellen van garnalen. Koken in gezouten water, dat viel mee. Maar pellen? Da’s nog andere koek! Al hoeft het niet per se – je kunt ze gewoon krokant, met alles erop en eraan opknabbelen. Lekker en véél minder werk.
Het pellen ging in vier stappen:
- Kopje trekken: Niet te hard, niet te zacht.
- Prutsen: Daar waren we best goed in 😉.
- Nijpen: Niet verpletteren!
- Staartje trekken: Zelfde spelletje als bij het kopje.
Aan tafel kregen we een bord ongepelde garnalen. Tijd om te oefenen! Na een twintigtal hadden we het wat onder de knie… maar toen was het bord al leeg. Tja, de vangst was niet top.
Gelukkig maakten de garnaalkroketjes en het vispannetje veel goed – overheerlijk!
Daarna ging het richting het gezellige Veurne, waar al in 891 een castrum werd gebouwd op een motte die boven de drassige gronden uitstak.We werden opgesplitst in twee groepen, elk met een stadsgids. Ze volgden een ander parcours en vertelden elk hun eigen verhaal. Zo kregen we verschillende stukjes geschiedenis mee – tof én verrassend. Door tijdsgebrek misten we wel een paar klassiekers zoals het stadhuis, de Sint-Niklaaskerk en de Vauban-vestingen.
Een opvallende traditie in Veurne is de Boeteprocessie op de laatste zondag van juli. Sinds 1644 trekken mensen – blootsvoets, met een kap over het hoofd en een kruis van 25 tot 30 kg op de schouders – door de stad. Boete doen, letterlijk dus. Wil je meedoen? Op tijd inschrijven, want de pijen zijn beperkt en de kandidaten talrijk 😉.
Veurne heeft dus nog veel in petto. Misschien moeten we nog eens teruggaan?
Om alles door te spoelen werd de dag afgesloten met een heerlijke caloriearme(?) Meringuetaart (een Veurnse specialiteit) met koffie. Met een hoofd vol indrukken en een buik vol lekkers bracht chauffeur Patrick ons daarna veilig terug naar Lennik.
Een dikke merci aan Gerard, mijn top-teamgenoot, voor het mee organiseren van deze geslaagde dag.
Tot de volgende keer – bij leven en welzijn!
Met veel plezier en een brede glimlach neergeschreven,
Herman
Bekijk ook de foto's in de fotogalerij (2 delen).